Gert Koelewijn werkt bij Nictiz als productmanager van de informatiestandaard Acute Zorg. Deze informatiestandaard zorgt ervoor dat alle verschillende leveranciers, met hun eigen systemen en instellingen, volgens een en dezelfde standaard werken om hun systemen op de juiste manier in te richten voor databeschikbaarheid door zorgaanbieders in de acute zorg. Hierdoor kunnen de zorgaanbieders in hun zorgsystemen de gegevens inzien en delen die voor hen, en voor de zorgaanbieders met wie ze samenwerken, relevant zijn. Gert zorgt er als productmanager voor dat de informatiestandaard aansluit op wat het zorgveld nodig heeft en dat leveranciers de standaard ook daadwerkelijk kunnen implementeren in hun systemen.
De spelers in het zorgveld van de acute zorg (huisarts, huisartsenspoedpost, meldkamer, ambulance en SEH) hebben aangegeven welke informatie zij op welk moment zouden willen inzien of delen (‘gegevens op maat’). Deze informatie is vastgelegd in de Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg. Nictiz heeft dit weer vertaald naar techniek binnen de informatiestandaard Acute Zorg, zodat de systemen waarmee de zorgverleners werken precies die ‘gegevens op maat’ kunnen uitwisselen. Gert: “Wij maken bij Nictiz de vertaling naar techniek, zodat de systemen eenduidig met elkaar kunnen communiceren (‘eenheid van taal’) en de zorgverleners de juiste informatie kunnen inzien, gebruiken en delen.”
De informatiestandaard Acute Zorg bestaat uit verschillende databeschikbaarstellingen, bijvoorbeeld: verwijzing, overdracht of raadpleging. Het onderdeel van de ambulanceberichten binnen de informatiestandaard wordt dit jaar geüpgraded naar een nieuwe versie, versie 2.5.0. Het gaat hierbij om de ambulancevooraankondiging, interventie & beloop en overdracht en de spoedeisendehulpterugkoppeling (respectievelijk bericht 8, 9, 10 en 12 uit de Richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg).
We leggen Gert een aantal vragen voor over deze upgrade naar versie 2.5.0:
Waarom is een nieuwe versie van de ambulanceoverdracht en spoedeisendehulpterugkoppeling nodig?
“In versie 2.4.0 zijn veel wijzigingsverzoeken binnengekomen op basis van feedback over issues uit het zorgveld en van leveranciers. Naast het oplossen van issues (ja/nee-velden of onvoldoende duiding op een aandoening), worden ook diverse verbeteringen doorgevoerd. Zo worden oude SNOMED-codes vervangen door nieuwe codes, wat zorgt voor een betere eenheid van taal tussen systemen. Ook zorgt het ervoor dat er nog meer duidelijkheid komt voor zorgverleners over hoe gegevens ingevuld moeten worden en welke informatie verstuurd moet worden, zodat een betere interpretatie van de gegevens kan plaatsvinden door de ontvangende zorgverlener.
Verder gaan we de geneesmiddelenstandaard (G-standaard van de Z-index) opnemen binnen de ambulanceberichten. Hierdoor kan informatie over medicatie vanuit de ambulance meegestuurd worden en komt deze informatie ook met een voor het ziekenhuis begrijpelijke codering binnen op de SEH. Zo hebben zorgverleners op de SEH niet alleen inzicht in de juiste informatie, maar is deze informatie ook meteen te begrijpen en te gebruiken, zoals voor medicatiebewaking. Dit is een meerwaarde voor de zorgverleners en het hele zorgproces.
Nog een belangrijk punt om te benoemen is dat de ambulanceberichten aankondiging, interventie & beloop en overdracht zo zijn gemaakt dat ze gestuurd kunnen worden naar elk specialisme in het ziekenhuis dat spoedzorg verleent. Elk ziekenhuis kan daarbij zelf bepalen welke van hun afdelingen berichten vanuit de ambulance kunnen ontvangen, bijvoorbeeld cardiologie of neurologie.”
Hier kunt u de volledige lijst bekijken van de wijzigingen die zijn meegenomen in versie 2.5.0:
- Release notes: Ambulanceoverdracht 2.5.0
- Release notes: Spoedeisendehulpterugkoppelingsbericht 2.5.0
Hoe komt de 2.5.0-versie tot stand?
“Een expertpanel van zorgverleners en leveranciers kijkt mee in het ontwerp van de 2.5.0-versie en geeft tussentijds feedback op de ontwikkeling van de 2.5.0-versie. Ambulancezorg Nederland, ambulancezorgprofessionals, de NVSHA en SEH-artsen zijn ook nauw betrokken bij dit proces. Leveranciers en zorgverleners hebben goed meegedacht over wat er verbeterd kon worden en hebben bijvoorbeeld aangegeven welke gegevens niet gebruikt worden door de zorgverleners of waar juist wel behoefte aan is. Gedurende het hele proces van alpha- en beta-release vindt afstemming plaats, in werkgroepen en individueel, zodat er uiteindelijk een informatiestandaard staat met toegevoegde waarde voor zowel zorgverleners als leveranciers.”
Wat moet er gebeuren voordat iedereen ermee kan werken?
“RAV’s en ziekenhuizen moeten bij hun leveranciers aangeven dat ze interesse hebben in de 2.5.0-versie van de informatiestandaard, zodat de leveranciers de nieuwe versie 2.5.0 gaan testen en inbouwen in hun systemen. Er is animo bij de leveranciers, omdat zij ook goed de voordelen zien voor hun klanten, de zorgaanbieders. Dit zien we bij leveranciers van zowel ambulance- als ziekenhuissystemen. Ook is het belangrijk dat de zorgaanbieders goede afspraken maken met hun leveranciers over de grafische user interfaces (GUI). De leveranciers zullen vervolgens eerst gekwalificeerd en geaccepteerd moeten worden voor de 2.5.0-versie en daarna kunnen zorgaanbieders er daadwerkelijk de voordelen van plukken in de dagelijkse praktijk.”
Wanneer kan de nieuwe 2.5.0-versie in gebruik genomen worden door het zorgveld?
“We zijn de nieuwe versie nu nog aan het ontwikkelen. De verwachting is dat de leveranciers in Q3/Q4 van dit jaar kunnen gaan testen, samen met de zorgaanbieders voor wie ze werken. De leveranciers kijken zelf welke zorgaanbieders hierbij betrokken kunnen worden en dat gebeurt in nauwe afstemming tussen leverancier en zorgaanbieder. De verwachting is dat het testproces van de informatiestandaard in Q4 wordt afgerond. Vanaf dat moment is het materiaal gereed voor gebruik en kunnen leveranciers starten met het kwalificatieproces. Daarna, en dit zal naar verwachting vanaf Q1 2026 zijn, kunnen zorgverleners daadwerkelijk gebruikmaken van de vernieuwde informatiestandaard.”
Meer weten?
Zie voor meer informatie de informatiestandaard Acute zorg en Nictiz Acute Zorg.